Wat gaat het kosten?

Analyse saldo programma

Verklaring onderstaande tabel
In de tabel ‘verschillenanalyse’ hieronder is de specificatie opgenomen van het verschil tussen de begroting 2020, jaarschijf 2021 en de begroting 2021 zoals in de tabel hierboven getoond.
De verschillen die volgen uit eerder vastgestelde bestuursrapportages en de Kadernota 2021 zijn voor de volledigheid toegevoegd, maar worden niet nader toegelicht. De kadernota-mutaties zijn verwerkt in de begroting.
Onder het kopje Begroting 2021 zijn verschillen opgenomen die zijn ontstaan na vaststelling van de Kadernota 2021. Deze bestaan uit autonome ontwikkelingen en de ruimtescheppers uit het ombuigingspakket. Deze onderdelen worden onder de tabel ‘verschillenanalyse’ toegelicht.
Ontwikkelingen in de jaarschijven na 2021 zijn opgenomen in hoofdstuk 3.2 Overzicht van baten en lasten (Toelichting ontwikkeling meerjarenperspectief).

Toelichting

Autonome ontwikkelingen

Meicirculaire en indexering
Voor de begroting 2021 zijn alle loon- en prijsstijgingen op basis van de ramingsgrondslagen uit de kadernota 2021 doorgevoerd. De begroting 2021 voor Maassluis wordt in totaal met ruim € 1,3 miljoen geïndexeerd. Om de kosten van de indexering te dekken is in de Meicirulaire 2020 de algemene uitkering opgehoogd.

Personeelsbegroting / kostenverdeling
Andere prioriteitstelling leiden tot verschuivingen in de apparaatslasten van de producten en programma's. Voor dit programma levert dit per saldo een voordeel op. Voor een nadere toelichting op de ontwikkeling van de totale personeelslasten verwijzen wij naar de paragraaf bedrijfsvoering.

Investeringsplan en MPG
Het investeringsplan is bij de kadernota geactualiseerd. Het doorschuiven van investeringen uit 2019 en het verlagen van de omslagrente leiden tot een voordeel op dit programma.

Overige mutaties
Actualisatie van de verzekeringspremies leidt tot een nadeel van € 46.000.

Ruimtescheppers

Beperken opleidingsbudget
In de begroting van Maassluis staat op dit moment een bedrag geraamd van ruim drie ton euro voor opleidingen. Voorgesteld wordt om hier € 80.000 op te bezuinigen. Het te bezuinigen bedrag kan worden gevonden door de nadruk vooral te gaan leggen op organisatie-brede opleidingstrajecten, noodzakelijke vakopleidingen en minder op specifieke opleidingen, seminars en cursussen voor individuele medewerkers. Deze bezuiniging kan reeds met ingang van 2021 worden gerealiseerd en heeft op korte termijn geen/ nauwelijks impact op burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. De bezuiniging maakt de gemeente als werkgever wellicht minder aantrekkelijk voor medewerkers.
De begrote opleidingsbudgetten staan voor het grootste deel op de overhead geraamd.