Onroerende-zaakbelasting (OZB)
De kosten om de stad sociaal en fysiek te onderhouden nemen toe. Om de begroting sluitend te maken, is in de Kadernota 2020-2023 een OZB-verhoging vastgesteld oplopend tot € 250.000 in 2023. Deze verhoging leidt tot een stijging van de tarieven OZB woningen en OZB niet-woningen.
De stijging van het OZB-tarief woningen wordt gefaseerd (stijging 1% per jaar vanaf 2020 oplopend tot uiteindelijk 4% in 2023 ten opzichte van de huidige opbrengsten) ingevoerd vanaf 2020. Deze stijging komt bovenop de stijging van het tarief als gevolg van de inflatiecorrectie (0,9%). De totale stijging voor 2021 komt daarmee uit op 1,9%.
De stijging van de opbrengsten zegt echter weinig over de ontwikkeling van de OZB‐tarieven. Deze zijn niet alleen afhankelijk van de begrote OZB-opbrengst, maar ook van de waardeontwikkeling van de onroerende zaken in Maassluis. Verwacht wordt dat de gemiddelde WOZ‐waarde voor het belastingjaar 2021 (waardepeildatum 1 januari 2020) ten opzichte van het belastingjaar 2020 (waardepeildatum 1 januari 2019) zal stijgen.
De toe‐ of afname van het aantal onroerende zaken door nieuwbouw of sloop (de zogenaamde areaalontwikkeling) wordt, zoals de wet dat voorschrijft, buiten de berekening van de tarieven gehouden. Dit betekent dat, indien er per saldo een toename is van het aantal onroerende zaken en daarmee WOZ-waarde, dit extra inkomsten zijn, bovenop de begrote OZB‐opbrengst. Omgekeerd betekent een afname dat de inkomsten lager zijn. De begrote OZB‐opbrengst voor 2021 bedraagt in totaal circa € 6.754.000.